2 over de 3e

 

Caspar

Klarinetten

Carel en Coos over Caspar

Caspar, onze rots in de branding, ons baken op zee, de kapitein op het schip C tot de Derde. Wij, eenvoudige stuurlui aan wal, moeten alle zeilen bijzetten om zijn muzikale gedachtestroom te kunnen blijven volgen. Caspar is ons creatieve brein. Niet alleen een begenadigd klarinettist – virtuoos, zowel in verstild ontroerend als in waanzinnig extatisch spel – maar ook de schepper van unieke ritmes, harmonieën en melodieën als onze huiscomponist. Wij, simpele ambachtslieden op accordeon en viool, profiteren van zijn muzikale dadendrang, maar doen ook niets liever dan met toewijding , naar eer en geweten en beste kunnen zijn composities te laten schitteren.

 

Dit profijt beperkt zich echter niet tot het louter artistieke aspect binnen het trio. Menig bedrijf zou zich in zijn handjes knijpen met zo’n uiterst accurate en zorgvuldige administrateur. Maar hoe kan het ook anders? Caspar is niet in staat tot het leveren van half werk. Ook niet in zijn buitenmuzikale leven. Want mocht u na het lezen tot nu toe in de veronderstelling verkeren dat onze klarinettist slechts studeert, musiceert, componeert en administreert, dan heeft u het mis. Ook als levenskunstenaar pakt Caspar de zaken grondig aan.

 

Caspar drinkt niet zomaar een biertje, nee, hij ‘degusteert’ speciaalbier van over heel de wereld, genietend van de unieke balans tussen de verschillende mout- en hopsoorten en alle subtiele aroma’s van amandelextract tot citruszuur proevend.

 

Hij leest niet zomaar een boekje, nee, met ijzeren discipline baant hij zich daadwerkelijk tot aan de laatste pagina een weg door Ulysses, de verzamelde correspondentie van James Joyce en de Oxford Literature Guide binnen handbereik.

 

Hij slaat niet zomaar een balletje, nee, met een frustrerende precisie weet hij zijn squashmaatje en tevens collega-muzikant Carel tot waanzin te drijven, door hem alle hoeken van de baan te laten zien, lepe lobballetjes afwisselend met snoeiharde kanonskogels.

 

Hij doet niet incidenteel een uurtje yoga, nee, hij doet dagelijks zijn ademshalings- en meditatieoefeningen; óók als hij ons ’s avonds over de woelige baren van de speciaalbier-zee heeft geloodst, zit hij de volgende ochtend, terwijl wij noodgedwongen voor pampus onze roes uitslapen, in lotushouding op z’n yogamat.

 

Kortom; een gezonde geest in een gezond lichaam, maar allesbehalve voorspelbaar. Want hoeveel jaar wij hem nu ook al kennen, hij blijft ons verrassen, zowel als vriend als ook in zijn onvoorspelbare klarinetsolo’s en verbluffende composities.

Coos

Accordeon

Carel en Caspar over Coos

Coos, ooit ons speelkameraadje uit de buurt, later onze klasgenoot, huisgenoot, studievriend en zeer gewaardeerde collega, tegenwoordig het gezinshoofd, de vaderfiguur van de familie die Trio C tot de Derde is. Dat wij Coos nu als de Pater Familias beschouwen, heeft ongetwijfeld alles te maken met de grootste rolverandering in zijn privéleven. Hè, ’t Trio, dat is toch z’n privéleven?? Ja ook, maar het is accordeonisten eigen om van twee walletjes te eten: links de knoppen, rechts de toetsen.

 

Welke knoppen hij thuis beroert (zeker niet beroerd, naar wij hebben vernomen) en welke knoppen hij bij ons bespeelt, laten we graag aan de fantasie van de lezer. Maar dat Coos als harmonische en ritmische basis bij ons ook figuurlijk aan de knoppen zit, moge duidelijk zijn.

 

In het afgelopen decennium werd Coos de gelukkige vader van een prachtige zoon en dito dochter. Deze in-slag in zijn persoonlijke leven had, ondanks de aanvankelijke aan-slag op zijn nachtrust, een positieve weer-slag op zijn rol binnen het trio, en kreeg in een even zo vaderlijke toewijding aan óns zijn be-slag. Kon Coos vroeger nog wel eens onvoorbereid, ongekamd en ongeschoren ten tonele verschijnen, niet precies wetend hoe laat wat en waar, en met een accordeon die nog snel even met schroevendraaier en stage-tape van een total loss moest worden gered, tegenwoordig heeft Coos z’n zaakjes goed op orde: Voor elk optreden tot in de puntjes voorbereid, eventuele verzoeknummers uitgezocht en ingestudeerd, en vingerfit; Bij elk optreden strak in pak, gestreken blouse, gepoetste schoenen, gladgeschoren wangetjes, een beetje vet in ’t haar; De mailcorrespondentie met de opdrachtgever en aantekeningen van de gevoerde telefoongesprekken in drievoud uitgeprint en ingebonden; Onderweg naar concert scherp en alert achter het stuur, wij klierend op de achterbank; Op het podium de serieuze en strenge bewaker van de maat, de rust bewarend als wij ons voor het publiek uitsloven in solistische strapatsen; Zitten wij dan na afloop van ons optreden volledig afgepeigerd met een pakje appelsap in een hoekje, ja dan is het moment daar, voor Coos, om uit z’n rol te stappen en net als vroeger, onder het genot van een biertje, z’n trekzak nog eens te voorschijn te halen en voor de laatst overgebleven gasten luidkeels het hele Nederlandstalige repertoire van 1900 tot nu de revue te laten passeren.

 

Na deze Coos-show, waar wij ook met volle teugen van hebben genoten, rijden we gedrieëlijk, moe maar voldaan, terug huiswaarts en zetten we Coos af bij z’n enige échte familie, het warme nest van vrouwlief en kroost.

Carel

Viool

Coos en Caspar over Carel

“Chapeau jongens! Aardige muziek! Jullie hebben zeker conservatorium gedaan?”. Die vraag wordt ons menigmaal in onze pauzes gesteld. Gelukkig hebben we dan altijd Carel als grote troef achter de hand. Want waar wij maar wat aanrommelen, heeft hij er daadwerkelijk voor gestudeerd. In de klassieke muziek wel te verstaan. Volgens Carel terug te leiden tot ‘De Grote Drie’ (nee, daar bedoelt hij ons niet mee helaas): Bach (de vader), Mozart (de zoon) en Beethoven (de heilige geest).

 

Vooral zoonlief komt dicht in de buurt van Carel zelf; gedreven, passioneel, vol vuur en overgave, forever young, wie de film ‘Amadeus’ ooit heeft gezien weet precies wat wij bedoelen. Geen duf klassiek doetje, maar een allround musicus die de grenzen van het klassieke wereldje niet zozeer overschrijdt, maar simpelweg geen grenzen ziet. Ja, hij speelt in diverse klassieke orkesten, hij heeft zelfs zijn eigen strijkorkest opgericht, maar er zijn ook altijd kleinkunstenaars die begeleid willen worden, nachtclubs waar pop-arrangementen moeten klinken, en zelfs voor dirigeren en muziek samenstellen voor radio 4 draait hij zijn hand niet om.

 

Maar er is nog zoveel meer dan muziek. En ook daarin kent zijn passie geen grenzen: Smullen van pannenkoeken in De Potsenmaeker (spek, kaas, ananas (ananas meegebakken), volkorenbeslag en zonder paprikapoeder), squashen met onze klarinettist (met dezelfde gedrevenheid als waarmee hij viool speelt), literatuur (puur als hobby studeerde hij vier jaar Nederlands), middagdutjes (ook dat vol overgave!) en natuurlijk het spelen en knuffelen met zijn twee lieve zoontjes, voor wie hij de best denkbare vader is. Voor óns is hij de best denkbare violist.

 

En het mag een wonder heten dat hij naast al deze bovengenoemde activiteiten nog tijd ziet om zijn veelzijdigheid ook binnen ons trio te etaleren. Van verstilde melodieën en groovende begeleidingspatronen tot vurige en onnavolgbare solo’s, die Mozart in zijn stoutste dromen nog niet had kunnen componeren. Iemand met zoveel petten op en even zovele gezichten daaronder, je zou je bijna gaan afvragen wie hij nou werkelijk is. Voor ons is het antwoord echter eenduidig: een fijne collega en bovenal een goede vriend!